Marijke Tanghe

    NA HET FEEST

    olie op doek, 92 x 122 1978

    Op de ijzeren trede van een autoscootertent maakt een knechtje van het ernaast opgetrokken wafel- en oliebollenkraam een trechtervormig vat schoon. De fantasie die Kermis heet is weer eens afgelopen, uiteengespat als een bonte zeepbel. Flarden karton en papier, panelen tegen het wafelpaleis waarop het publiek wordt uitgenodigd ‘nos specialités’ te proeven, de opengesperde dubbele ladder, de zwarte benzinevaten: het mannetje wordt omsloten door verleden tijd en imminente afbraak.

    Er is het kleurig-gestreepte zeil van de autoscootertent, waarlangs onze blik neerglijdt en terechtkomt bij het gebrilde figuurtje in zijn donkerrode, gestreepte trui, er is de flard oker van het zeil waarmee het wafel-spiegelpaleis werd afgedekt, en het donkerbruine van een bladerloze jonge boom links vooraan. Daarbuiten werden

    vooral koude groene en blauwachtige tinten en vaal-wit aangewend, hetgeen het geheel hospitaal-clean maakt en het een troosteloze morgenaanblik geeft.

    Een stukje mens, overheerst en bijna geprangd tussen ontzielde kermistenten. Zelfs het fragment wit-blauwachtige woonwagen met de gesloten gordijnen lijkt desolaat en onbereikbaar.

    Het feestgedruis werd gesmoord in een onherbergzame stilte.

    fout