
Op een steenworp van de Leieoever in Baarle torent de Sint-Martinuskerk. Dit pareltje van neo-gotiek herbergt de geschilderde kruisweg van de Latemse kunstenaar Evarist De Buck, een topwerk uit de Vlaamse religieuze kunst. Het dorpje Baarle-aan-de-Leie oefende eertijds een grote aantrekkingskracht uit op notabele Gentenaars. Zij kwamen er zich vestigen in landhuizen en kastelen. Het Kapellegoed, het Goed van Baarlevelde, het Blauwpoortkasteel en het verdwenen kasteel Kervyn de Merendree zijn er mooie voorbeelden van. Het kasteel Ten Bogaerde was lange tijd de pleisterplaats van de familie Solvyns. Een van haar bekendste telgen senator Ernest Solvyns besteedde een deel van zijn vermogen aan de bouw van de pastorie en het Sint-Reginagodshuis.
Kasteel Stalins de Buren

Het kasteeltje Marie Antoinette Van Stalins de Bueren, in de volksmond het ’rattenkasteel’, werd gebouwd door het echtpaar Charles Joseph Adolphe Stalins en Agnes Rosalie De Bueren in neoclassicistische stijl, vermoedelijk tussen 1834 en 1843. François Stalins was van deze familie de laatste bezitter tot zijn dood in 1890. In 1995 werd het aangekocht door notaris Christof Gheeraert die het restaureerde en bewoont. Meer informatie over dit kasteeltje kun je nalezen op de website van het Vlaams agentschap Onroerend Erfgoed
Kasteel La Tourelle

La Tourelle dateert uit 1846 met verscheidene toevoegingen uit de 19de eeuw. De naam komt voort van het ‘speelgoedje’ van Serdobbel de Contreras, vroeger eigendom van de familie De Lannoy, dat gesloopt werd in 1890. Het werd in geschriften reeds vermeld in 1750 op de plaats van het oude slot van de heerlijkheid van Drongen, dat daar gebouwd werd na de godsdiensttroebelen van de 16de eeuw. Het zou bewoond zijn door Zeger II van Kortrijk, ook Zeger II van Drongen genoemd die kastelein (heer) van Drongen was. In de tuin aan de Leieoever rest nog het elegante traptorentje dat eertijds in het midden van de achtergevel prijkte.
Wie was Zeger van Kortrijk?
Zeger II van Kortrijk, ook Zeger II van Drongen genoemd, was kastelein (heer) van Drongen. Door zijn huwelijk met Oda van Melle werd hij ook heer van Melle. Het wapen van Zeger van Kortrijk is sinds 1980 ook het wapen van de gemeente Melle. Als vertrouweling van Gewijde van Dampierre maakte hij in 1300 deel uit van een groep edelen die de graaf vergezelde naar Parijs bij de Koning van Frankrijk. In 1325 werd hij hoogbaljuw (hoogste functionaris) van Gent benoemd.
In 1337 werd Zeger van Kortrijk wegens zijn contacten met de gezanten van Edward III op bevel van de Graaf van Vlaanderen aangehouden, gevangen gezet in het gravenkasteel van Rupelmonde en nadien onthoofd.
Op zijn verzoek werd hij begraven in de O.L.V.-kapel van de nu verdwenen kerk van de abdij van Drongen. Hij was een groot weldoener van deze abdij die hij rijkelijk begiftigde.
Zijin graf werd in 1566 door de beeldenstorm verwoest en verdween onder het puin van de afgebroken kerk. Bij archeologische opgravingen tussen 1969 en 1976 werd het graf gelocaliseerd en werd in de beschilderde grafkelder een skelet gevonden dat aan Zeger van Kortrijk wordt toegeschreven.

Fragment over Zeger II van Kortrijk uit de geromanceerde documentaire ‘De Oude Abdij van Drongen” van de Drongense cineast Wally vande Velde
Kleurfabriek

De restanten van de vroegere kleurfabriek “Le Cygne” van de Drongense ondernemer Hilaire Grootaert zijn een prachtig staaltje van industriële archeologie.
Hier werden tot in 1990 kleurstoffen voor de verf- en papiernijverheid geproduceerd. Een van de bekendste producten was de “blanc-fixe”, een verfpoeder op lijmbasis, oplosbaar in water. In de topjaren werd er jaarlijks 750 ton van geproduceerd. Het bedrijf startte rond 1920 en stelde in zijn topjaren een veertigtal arbeiders en bedienden tewerk.
Hilaire Grootaert was een telg uit een Drongense ondernemersfamilie die vooral actief was in de chemische industrie. Hij leerde de stiel in de cristalsodafabriek van zijn vader Aimé. In 1910 verbleef hij reeds in Amerika om zich te vervolmaken in de kleurenchemie.>
Tijdens WO I trok hij als vrijwilliger naar het front. Toen hij zwaar gewond werd door een schot in de borst, werd hij door medesoldaat Jozef Van Severen gered van het slagveld. Bij zijn terugkeer startte hij zijn eigen bedrijf met Van Severen als eerste personeelslid.
Het gebouw doet nu onder de naam Blanc Fixe dienst als evenementenhal en kunstgalerij.
Meer info over de Blanc Fixe vind je op www.blancfixe.be
Hoeve ter Kaeksmete

“Goed der kaeksmede” betekent ‘landerij aan de straat’. Deze zeer oude omwalde hoeve werd vermoedelijk gebouwd in de 16de eeuw. In 1604 werd ze vermeld bij de bezittingen van de kartuizers in Gent. De gebouwen in ossebloedkleur zijn omwald en ommuurd.
De hoeve wordt nu gebruikt voor het stallen van paarden.
Sint-Martinuskerk

De kerk in Romaanse stijl werd vermoedelijk in de 7de eeuw gesticht door de H. Amandus en aan Sint Martinus toegewijd. In teksten wordt reeds in 1025 melding gemaakt van een kerk, vermoedelijk een eenbeukig zaalkerkje. Tijdens de beeldenstorm werd het kerkje lelijk gehavend. Door tekort aan geld duurde het tot 1654 vooraleer het hersteld geraakte. Bij dit herstel omtrent 1650 kreeg het kerkje een gotisch uitzicht. Tot 1803 werd de parochie bediend door paters van de Sint-Pietersabdij van Gent of van de abdij van Drongen. Vanaf 1831 werd de kerk vergroot op kosten van de inwoners van Baarle. Een algehele restauratie van de kerk werd uitgevoerd in de loop van 1994.
De Sint-Martinuskerk is enkel te bezichtigen tijdens speciale gelegenheden of mits afspraak (tel 09 229 74 90 of 09 282 60 57 of email: ludovindevogel@gmail.com).
De kerk wordt sinds 2018 niet meer gebruikt voor de eredienst.
Sint-Reginagodshuis

Architect August Van Assche ontwierp in 1872 in opdracht van Ernest Solvyns, langs de Kloosterstraat een gebouw in neogotische stijl met de bedoeling er een bejaardenhuis is te vestigen. In 1876 werd de oude naastliggende pastorij ingelijfd en als hospitaal voor de zieke ouderlingen ingericht. De verzorging van de bejaarden gebeurde door de klooster- gemeenschap van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw van VII Weëen. In 1971 werd de functie van verzorgingstehuis voor bejaarden overgenomen door het nieuw gebouwde Leiehome, aan de overkant van de straat.
Het Sint-Reginagodshuis werd volledig gerestaureerd in zijn oorspronkelijke stijl en herbergt de v.z.w. Revalidatiecentrum alsook de v.z.w. Dienstencentrum voor gehandicaptenzorg.
Kasteel de Blauwe Boogaerd

Dit vroeg 19de eeuw empire kasteeltje werd opgetrokken op een oude omwalde site langs de Leie in Baarle. Het deed later dienst als buitenverbijf van de Gentse advocaat Justinus Martens (midden 19e eeuw) en sinds 1868 door diens schoonzoon senator Ernest Solvyns (1824-1885). Deze Antwerpse jurist die zich als textielfabrikant te Gent gevestigd had, was vanaf 1870 tevens senator voor Roeselare. Hij breidde het huis verder uit en richtte binnenin een salon in neo-renaissance stijl met schouwen en lambriseringen in. De familie liet later nog verschillende veranderingen aanbrengen. Omstreeks 1920 verkocht de familie Solvyns het kasteel. Het kende verschillende eigenaar. Er werd in 1986 zelfs tijdelijk een restaurant in uitgebaat. Momenteel doet het dienst als woonhuis van een industrieel.
Solvynskapel

De familie Solvyns liet in 1920 dit O.L.V-kapelletje aan de Moortelputstraat bouwen, als dank omdat Baarle gespaard bleef bij de beschietingen in 1918.
Sint-Gerulfuskapel

Op een klein driesje langs de Sint-Gerolfstraat staat de bedevaartskapel van Sint-Gerulphus. Ze werd hier in 1604 gebouwd op de plaats waar vermoed werd dat Gerulphus op 21 september 748 werd vermoord. Later in 1750 kwam er een nieuwe kapel. Toen de kapel in 1948 was afgebroken, bleef enkel nog de oude gedenksteen in witte marmer bewaard. Ter gelegenheid van het 1200-jarig herdenken werd toen de huidige kapel opgericht. De kapel heeft ook een klein klokje hoog boven de deur hangen.
Elke eerste donderdag van de maand is er een mis. De kapel wordt ook gebruikt om een doopsel te doen. Jaarlijks is er nog het Sint-Gerulfusfeest. Er wordt dan een mis opgedragen en de plaatselijke fanafare De Zwanezonen zorgt voor de muzikale omlijsting.
Goed te Baerlevelde

Het kasteel van Baarlevelde was tot voor 1780 een klein kasteeltje dat rond de eeuwwisseling in empirestijl werd vergroot en omgebouwd. Adrien De Kerchove d’ Ousselghem bracht de zijvleugels aan in 1908-1909.
De vooraanstaande families die het bewoonden leverden vaak de burgemeester van Drongen. Joseph Van Alstein bijvoorbeeld, was burgemeester van 1800 tot 1810, maar werd gedwongen ontslag te nemen uit zijn functie “wegens verwaarlozing van zijn ambt”. Later kwamen uit de familie Rooman meer invloedrijke burgemeesters voort.
Goedingebrug

Binnen het Landinrichtingsplan Leie en Schelde voorziet het project Recreatieas Deinze-Gent voornamelijk de verbetering van de kwaliteit van de fiets- en wandelmogelijkheden in het Leiegebied. In dat kader werd enkele jaren geleden de fietsersbrug onder de Goedingebrug geherwaardeerd. Dit merkwaardig bouwsel is een hangende ijzeren constructie die onder de brug van de autostrade E40 is bevestigd. Via trappen biedt ze de mogelijkheid aan wandelaars en fietsers langs de Leie om, onder het autogeweld naar de kust door, van de ene oever op de andere te komen. Sint-Martens Latem, Afsnee en het unieke stukje natuur van de Beelaertmeersen komen daardoor op wandelafstand van Drongen te liggen. Op warme zomeravonden ziet men hier soms jonge waaghalzen een sprong naar beneden in de Leie wagen.
Beelaertkasteel

Van op de Dijkweg zie je aan de overkant van de rivier in de verte het Beelaertkasteel. Dit voormalig lusthof van de familie Beelaert werd gebouwd in 1812 op de plaats van het zogenaamd “Goed ten Bossche”. Dit was een belangrijk leengoed met hoeve, gelegen aan de grote Leiebocht ten noorden van het dorp. Het stond reeds in de 14de eeuw bekend onder de naam “Heerlijkheid van Idewalle”. Het oude kasteel werd verkocht in 1767. In de 19de eeuw was het eigendom van de familie Beelaert die het domein samen met de omliggende hoeven schonk aan het O.C.M.W.
Het Beelaertkasteel maakt deel uit van een gordel van 18e en 19e eeuwe kastelen die gelegen zijn in de groene rand rond Gent.
Spoorweg

Drongen is een knooppunt van belangrijke verkeersaders: de autosnelweg E40, de R4, de rijksweg 466, de ringvaart rond Gent en de spoorlijn 50A Brussel-Oostende. Deze spoorlijn werd reeds in 1832 aangelegd. Hier passeren dagelijks tientallen treinen voor personenvervoer. Ook het drukke goederenvervoer naar de haven van Zeebrugge vindt langs hier zijn weg. Infrabel voert momenteel belangrijke infrastructuurwerken uit tussen Gent en Brugge om het volledige traject tegen 2018 op vier sporen te brengen Op de beide middenste sporen wordt de commerciële snelheid op 200 km/u gebracht. Beide buitenste sporen worden voorbehouden voor het goederenvervoer en de stoptreinen. Door deze werken komen ongekende mogelijkheden voor het goederenvervoer. Tijdens de dag moet rekening gehouden worden met de stoptreinen. Tijdens de ochtendpiek (6-8u.) en avondpiek (16-19u.) zijn er beperkingen voor het goederenvervoer. Buiten deze periodes is er ruimte voor minimum 150 goederentreinen per richting of een capaciteit van minimum 2.750.000 containers per rijrichting. ’s Nachts kunnen extra lange treinen worden ingelegd, zodat het cijfer van drie miljoen containers zeker gehaald kan worden. Als gevolg van deze werken werd eind 2010 het oude stationsgebouw gesloopt.